De inheemse gemeenschap van Seira Blawat heeft op woensdag 20 april 2022 de overheid gevraagd om de exploitatie van hun wateren en de exploitatie van vliegende viseieren in de wateren van 51 Seira stop te zetten. Seira Blawat valt onder het district Wermaktian, op de Tanimbar eilanden in de Zuid-Molukken. De reden is dat het beheer van het mariene potentieel niet op de traditionele manier wordt gedaan in overeenstemming met de inheemse gewoonterechten. Het ulayat-recht op zee is een gebruikelijke traditie die in Seira Blawat van generatie op generatie is doorgegeven en wordt gerespecteerd door de gemeenschap. Nu blijkt dat de inheemse gewoonterechten niet volledig worden erkend door zowel de Indonesische overheid als de vissersondernemers uit Zuid-Sulawesi die vliegende viseieren vaak buitensporig exploiteren.
“Ten aanzien van de positie van inheemse volkeren in Seira Blawat wordt in wet nr. 27 van 2007 in artikel 21 paragraaf (4) letter b uitdrukkelijk gesteld dat “๐ ๐ ๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐/๐๐ ๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐๐ , ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐ ๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐ ๐๐๐๐๐ ๐๐ ๐๐๐๐ ๐๐”. Er is een soort gemakzucht ontstaan met betrekking het afgeven van de vergunningen door de Indonesische regering aan de ondernemers en vissers van Zuid-Sulawesi en anderen. Hiertegenover staat dat ze geen moeite nemen om te communiceren met alle belanghebbenden, zoals ย adatrechtsgemeenschappen in de kustgebieden. โIndien dit het geval was dan kunnen we ons zien als onderdeel van het Indonesische volk, maar de realiteit blijkt anders te zijnโ, aldus iemand uit de adatrechtsgemeenschap.
De controle en exploitatie van vliegende viseieren kunnen sociale conflicten veroorzaken tussen groepen binnen de inheemse gemeenschappen. Deze controle en exploitatie wordt uitgevoerd door vissers uit Zuid-Sulawesi in de kust- en zeegebieden, genaamd 51 Seira. Het is bekend dat kustgemeenschappen in de petuanan/ulayat-gebieden van adatrechtsgemeenschappen worden gecontroleerd door vissers of externe ondernemers die over veel kapitaal beschikken met behulp van geavanceerde instrumenten. Hierdoor zullen de inheemse gemeenschappen rond de kustgebieden en kleine eilanden in Seira Blawat het erg moeilijk hebben om toegang te krijgen tot vis en andere mariene hulpbronnen, zoals de teelt van zeewier.
“De negatieve impact, veroorzaakt door vervuiling van de zee als gevolg van de exploitatie van Andon vissersboten, zoals het in- en uitvaren van Andon vissersboten op kleine gerichte eilanden zoals de westelijke eilanden Ngolin en bij Ngorafruan, kwam tot uiting in het feit dat men 2 jaar te maken kreeg met misoogsten in de zeewierteelt door boerenbedrijven. De mensen zijn erg bang dat dezelfde ramp in de afgelopen twee jaar opnieuw zal gebeuren. Van de inheemse bevolking van Seira Blawat zijn bijna 75% zeewierboeren die vertrouwen hebben en hoop vestigen bij het verwerken van de zeewierteelt om aan de economische behoeften van het gezin te voldoen. Daarvoor hopen we echt op de aandacht en zorg van de regionale regering bij het zien van dit probleem. Uiteindelijk zullen de visbestanden in de visserij in de gebieden van de gemeenschap worden verminderd, en zorgt voor watercirculatie die niet goed is voor de zeewierteelt. โ
Het gewoonterecht in Seira Blawat is een historische realiteit waar tot nu toe de gemeenschapseenheid en het gewoonterecht nog steeds bestaat, zich uitbreidt en een gebruikspatroon wordt aan de kust en op kleine eilanden. De inheemse gemeenschap geeft aan dat het belangrijker is dat er echt een ๐ ๐ ๐๐๐๐-erkenning moet zijn; dat er wettelijke erkenning is van hun bestaan en het uitvoeren van hun verplichtingen in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving, omdat het gaat om een bredere dimensie met betrekking tot de toewijzing van ontwikkelingsmiddelen, participatie en overheidssteun.
Deze maand mei is er een hele debat ontstaan bij inheemse bevolking tussen het weigeren of accepteren van de visserij activiteiten. Het is de gemeenschap voorgehouden dat het goed is voor de economie en ontwikkeling van de gemeenschap maar in de realiteit blijkt het niets minder waar. De schatkist in Jakarta wordt gevuld, de elites en (buitenlandse) investeerders profiteren van onze rijkdommen en de Molukse bevolking blijft achter met loze beloftes.